- achterblijven
- {{achterblijven}}{{/term}}1 [niet meekomen] rester2 [achtergelaten worden] rester sur place3 [achter anderen blijven, ook figuurlijk] rester en arrière4 [blijven leven] rester5 [niet meedoen] être, demeurer en reste♦voorbeelden:1 wij gingen allen wandelen, maar hij is achtergebleven • nous sommes tous allés nous promener, mais lui, il est resté (à la maison)3 〈figuurlijk〉 bij zijn klasgenoten achterblijven • être en retard sur ses camarades de classe〈figuurlijk〉 niet bij iemand achterblijven • ne pas demeurer en reste avec qn.4 bij haar dood bleven drie kinderen achter • elle a laissé trois enfants en mourant5 niet willen achterblijven • ne pas vouloir être en reste¶ dat schilderij blijft achter bij zijn vroeger werk • ce tableau ne vaut pas les précédents
Deens-Russisch woordenboek. 2015.